Converge op Roadburn, foto: Paul Verhagen

Converge-zanger Jacob Bannon op Roadburn, foto: Paul Verhagen

Geluk is niet vanzelfsprekend. Voor mij ook niet. Het is soms hard vechten tegen de demonen en de voorwaarden voor geluk zijn mij of nog niet helemaal duidelijk of gewoon nog niet aanwezig. Geluk is ook een groot woord, wat een zoektocht ernaar eigenlijk meteen in de kiem smoort. Wie zoekt naar zoiets ongrijpbaars raakt geheid verdwaald. Wat is gelukkig zijn nou helemaal? Geen idee. Wat ik wel weet is dat ik het tijdens Roadburn altijd ben. Volledig, volkomen, doldwaas en intens. Waarom is dat?

Door Lisa Gritter // fotografie Paul Verhagen

Cult of Luna & Julie Christmas op Roadburn, foto: Paul Verhagen

Cult of Luna & Julie Christmas op Roadburn, foto: Paul Verhagen

Nooitgedachtland
J.M Barrie beschreef Neverland als een utopische plek waar Peter Pan en zijn vrienden nooit op hoefden te groeien. Waar het kwaad een duidelijke vorm had waar tegen gestreden kon worden en waar het goede altijd won. Een utopie met kwaad dus en met verdriet. Ik ken volwassen mannen die hebben staan janken op Roadburn. Gewoon, omdat het allemaal zo intens is. Dat maakt het alleen nog maar mooier. Het lijkt escapisme, even weg van de beslommeringen van de dag en je helemaal onder laten dompelen in beukende bassen en liters bier. Maar het is niet alleen maar vluchten, het is vooral ontladen. De muziek helpt daarin. Als je een beetje liefhebber bent kan je haast niet onberoerd blijven bij de grove, woeste, intensheid van de bands op het festival. De donkere zalen maken het veilig om je te verliezen, om los te laten.

To die would be an awfully big adventure
Die muziek dus. Het programma is zo groot en tegelijkertijd zo goed over nagedacht. Een gecureerd programma waar je eigenlijk altijd wel iets vindt wat je tof vindt. Dat wil niet zeggen dat het ‘voor ieder wat wils’ is. Sterker nog, het is nogal specifiek en als je niet van het soort muziek houdt waar Roadburn voor staat dan ben je ook wel echt de lul. Het is niet alsof je ergens nog wel een gezellige singer-songwriter die over de lente zingt kan gaan zien, als je het even niet meer ziet zitten. Want je moet het wel aankunnen. Er spelen veel verschillende bands in veel verschillende genres en op wisselende niveaus van hardheid. Wat ze allemaal gemeen lijken te hebben is dat het van dat soort muziek is wat de dood niet ontwijkt. De angst om dood te gaan is in principe in iedereen aanwezig. Dat juist deze muziek dat niet uit de weg gaat en misschien zelfs wel omarmt maakt misschien ook dat het harder binnenkomt. Je sterfelijkheid onder ogen komen is geen kattenpis. Daar heb je wel een biertje bij nodig, of twee.

Ons mam en ons pap
Als Amsterdamse voel ik me altijd vrijer in Brabant. Het lijkt minder opsmuk te hebben. In Brabant lijkt men geen tijd te verdoen aan praatjes. De bevelende ‘Gritter, ga eens bier halen!’ heeft hier een geheel ander effect op me dan in Amsterdam, waar ik met mijn ogen rol op zo een bevel. Hier glimlach en ik en haal bier. Het zal die schattige zachte G wel zijn. Ik ben ervan overtuigd dat Roadburn niet zomaar ergens anders plaats kan vinden. De stad doet mee, leeft mee, ontvangt. Soms met wat moeilijke blikken, vooral naar de vele tatoeages en lange baarden en de all black everything outfits in de brandende zon, maar meestal met open armen. Inwoners stellen hun huizen open en werken vrijwillig aan van alles mee. Iemand vertelde mij dat zijn ouders kaartjes hadden gescand tijdens het festival. Mijn hart smolt. Dat kan aan de ogen van deze specifiek leuke Tilburger gelegen hebben, maar het idee dat zelfs iemands ouders zich als vrijwilliger inzetten… Vind dat maar eens in de hoofdstad.

Waste of Space Orchestra op Roadburn, foto: Paul Verhagen

Waste of Space Orchestra op Roadburn, foto: Paul Verhagen

Tinkerbell
Vrouwen zijn niet in overvloed op Roadburn. Achter de schermen overigens wel. De laatste jaren zijn het er overduidelijk meer geworden onder bezoekers en zijn ze ook meer aanwezig op het podium. En god wat zijn ze mooi. Haren in alle kleuren van de regenboog en inkt over alle glooiingen van het lichaam. Als vrouw voel ik me altijd ontzettend Tinkerbell tijdens Roadburn. Geliefd en gewild alsof ik in een vat pixie dust ben gevallen en rondzweef tussen 013 en Patronaat mannen omhelzend alsof ik de enige vrouw op aarde ben. Aan aandacht geen tekort en als er iets is waar ik lekker op ga, dan is dat inderdaad aandacht. Irritant? Ach, ik geef het ook graag. Roadburn lijkt ondanks het schijnbaar hoge testosteron-gehalte, de vrouw net zo hard te vieren als de man, en alles wat zich daartussenin beweegt. Zelfs in het soms wat stug ogende Brabant.

Don’t stop believin’
Er wordt veel geschreven over Roadburn en het is altijd lyrisch. Een cynisch persoon zou kunnen zeggen: ‘nou nou, poeh poeh, zo kan het wel weer’. Dat kan, maar net als in Neverland moet je geloven om te kunnen vliegen. Wat dan de daadwerkelijke realiteit is maakt eigenlijk niet meer uit. Het is het mooist als iedereen gelooft. Dus of de magie van Roadburn echt is? Het is er, als je maar gelooft. En wij geloven.


Lees ook:
Dag 1:  Goed begin van 4 dagen festival en zeker geen half werk van Cult of Luna & Julie Christmas
Dag 2: Hard gaan van Mutoid Man tot Grave Pleasures, terwijl de psychedelische lente in bloei staat
Dag 3: IJslandse rituelen, skatepsych van ‘de zoon van’ en eindeloze blastbeats van Occvlta
Dag 4: Sól Án Varma, Iron Chin en de Epische Epiloog van een geslaagde editie
Afterburning: Het Beste van Roadburn volgens de NMTH-redactie

Cult of Luna & Julie Christmas op Roadburn, foto: Paul Verhagen

Cult of Luna & Julie Christmas op Roadburn, foto: Paul Verhagen



Deel dit artikel