Het was nog even spannend, maar maandagmiddag om 17:00 uur sprak de voorzieningenrechter het verlossende woord: het concert van Bob Vylan in Doornroosje mocht doorgaan. Snel naar Nijmegen dus! Never Mind The Hype zou eigenlijk een dag later naar Tilburg gaan, maar na alle ophef in de media over de show in Paradiso van afgelopen zaterdag, besloot 013 dat Bob Vylan niet meer welkom was. Doornroosje maakte een andere keuze en besloot dat artistieke vrijheid belangrijker is dan de gevoelens van mensen die tot voor kort nog nooit van Bob Vylan hadden gehoord. Dat de mediastorm waarin Bob Vylan terecht is gekomen toch gevolgen heeft, is maandagavond in de Nijmeegse poptempel te merken. Zanger/rapper Bobby Vylan weet dat er journalisten in de zaal zijn die alles wat hij zegt op een goudschaaltje zullen wegen en daarom kiest hij zijn woorden zorgvuldig, maar zonder daarbij concessies te doen aan zijn boodschap. Het publiek doet vanavond ook geen concessies en de Palestijnse vlaggen zijn volop aanwezig.
Tekst: Joost Schreurs, Ingmar Griffioen / Fotografie: Charlotte Grips
Het beloofde nog even spannend te worden in Nijmegen. Toen duidelijk werd dat het concert van Bob Vylan toch echt door zou gaan, verschenen op social media al snel berichten om Doornroosje dan maar te blokkeren of om ‘antifascisten’ die het concert willen bezoeken een lesje te leren. Uiteindelijk blijkt, zoals zo vaak, dat het toch vooral ‘keyboard warriors’ zijn die anoniem vanachter een schermpje een stuk stoerder durven te zijn dan in het echte leven. Rond half acht, als Doornroosje zijn deuren opent, staan er meer journalisten en camera’s dan tegendemonstranten op de stoep. Een reporter van Powned duwt wachtende concertgangers een rode plopkap onder de neus, ongetwijfeld hopend op een foute uitspraak. Op een muurtje zit iemand met een bordje ‘I Am Charlie Kirk’, een verwijzing naar ‘Je Suis Charlie’, maar van een grimmige sfeer is totaal geen sprake.
De rij voor de ingang is wel lang, want de controle is deze avond opgeschaald tot het niveau van een internationale luchthaven. Er zijn metaaldetectors, er wordt gefouilleerd en de inhoud van alle tassen wordt met een zaklampje grondig bestudeerd. Een goed deel van het publiek is wel mooi op tijd binnen voor het duo Kleine Crack en Slagter, de Antwerpse hardcore rapper en zijn vaste producer die op het Amsterdamse Burning Fik-label resideren. Op zich een prima Vlaamse openingsact, maar wel opvallend ingetogen. Althans, als je het vergelijkt met de hyperenergieke hoofdact. Doornroosje wordt gevuld met duistere, grimey beats van Slagter, maar de raps van Kleine Crack komen heel wat lichtvoetiger van het podium. Wel veel ‘Free Free…’, publiek antwoordt: ‘Palestine!’ En goede vibes.
Dan breekt eindelijk het moment aan waar de hele zaal op heeft gewacht. Het licht gaat uit en onder luid gejuich verschijnen Bobby en Bobbie Vylan op het podium. Traditiegetrouw begint een Bob Vylan show met wat ‘guided meditation and light stretching’, een gezamenlijke yogasessie om in de stemming te komen, voordat het muzikale geweld losbarst. Het toont al direct de saamhorigheid in de zaal, want bijna iedereen doet mee. Zanger Bobby ontkomt er natuurlijk niet aan om iets te zeggen over alle ophef. Dat zal hij op meerdere momenten deze avond doen, maar allereerst spreekt hij zijn dankbaarheid uit richting zijn promotors en de mensen van Doornroosje, die niet bezweken onder de druk en alles deden om dit concert mogelijk te maken. Een promotor wordt uit de coulissen getrokken, krijgt een knuffel van Bobby en wordt luidkeels toegejuicht.
Muzikaal zit de stemming er ook direct goed in met felle punknummers als I Heard You Want Your Country Back en Bait The Bear. Terwijl hij onvermoeibaar over het podium stuitert, spuugt Bobby zijn teksten in de microfoon, terwijl Bobbie, de andere helft van het duo, vanachter zijn drumstel in de hoek van het podium een lekkere beat neerlegt. Voorin de zaal wordt lekker gemosht en af en toe duikt er zelfs een crowdsurfer op, en dat alles wordt begeleid door de talloze wapperende Palestijnse vlaggen. Op het balkon hangt een spandoek met de tekst “Love jews, hate zionists”. Bobby wijst ernaar en zegt: “That’s what it’s all about! Don’t let them trick you into hating a whole group of people!”
Zelf trapt Bobby ook niet in deze valkuil. Hij weet dat dit optreden onder een vergrootglas ligt en dat er journalisten aanwezig zijn die niet alleen voor de muziek komen, maar zoals Bobby zegt, met een ‘agenda’. Hij vertelt hoe een paar van zijn uitspraken in Amsterdam uit zijn verband zijn gerukt en vervolgens begint het publiek “Fuck, fuck the media!” te scanderen. Maar dan toch nog een kwinkslag richting diezelfde media: “They paid for the ticket, and as far as I’m concerned they are supporting the cause, haha. Buy a T-shirt, I would say.”
De politieke boodschap van Bob Vylan is veel breder dan alleen verzet tegen de genocide in Gaza. Bobby spreekt over hoe zijn voorouders als slaven van Afrika naar de Cariben werden gebracht, om vervolgens, na de Tweede Wereldoorlog, naar Engeland gehaald te worden, om het land te helpen opbouwen. En dan zijn er dus Britten die ‘hun land terug willen’ en daarvoor afgelopen weekend massaal de straat opgingen in Londen. Bobby: “They want immigrants gone, and the children of immigrants. But they do want an Indian curry.” Het nummer I Heard You Want Your Country Back ging er al over, maar We Live Here, verwoordt het misschien nog wel beter en simpeler: jullie hebben ons hierheen gehaald, dit is ook ons land. We Live Here, we gaan niet meer weg. En met deze boodschap gaan we richting het einde van de Bob Vylan-show.
Een avond onder hoogspanning komt zo ten einde, zonder incidenten. De op sensatie en relletjes beluste journalisten kregen niet waarvoor ze kwamen. Hoewel “Death to the IDF!” een aantal keer uit het publiek klinkt, laat Bobby zich niet verleiden tot uitspraken die verkeerd uitgelegd zouden kunnen worden. Je zou het zelfbeheersing kunnen noemen, misschien ook zelfcensuur van Bob Vylan, maar de boodschap is er niet minder krachtig om. Het aanwezige publiek kan zich onderdompelen in een warm bad, waar je schaamteloos met een Palestijnse vlag kan zwaaien, zonder kritisch bekeken of aangesproken te worden. Met elke gescandeerde leus groeide de saamhorigheid. Misschien kwam dat wel het mooist tot uiting toen een meisje in de zaal de microfoon kreeg en “Siamo tutti antifascisti” begon te zingen en de hele zaal mee kreeg.
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.