Birth Of Joy, foto Jochem Boom

Birth Of Joy, foto Jochem Boom

Nadat Case Mayfield onlangs de Winston bezocht voor een potje hardcore, konden wij niet achterblijven en de aanleiding was er niet minder om: het Britse Turbowolf en de Nederlandse acts Birth Of Joy en The Black Cult speelden. Een driedubbeldikke package dus en dat voor een miezerige 5 euro. Om bij de Winston Kingdom te komen, moet je (vanaf het station) zo’n beetje het meest toeristische en foute stukje Amsterdam door, maar laten we dat vooral rock ’n roll noemen. Bovendien is het etenstijd en dus nog rustig en de Winston is zelfs nog niet open, zodat we in Ierse pub Durty Nelly’s belanden voor een pint die meer kost dan de entree van de Winston. We pikken nog net de nabeschouwing van de cricketmatch Engeland-Australië mee en het begin van een feest geleid door twee tonnetjeronde Engelse vrouwen, waarvan een in een kitscherige bruidsjurk. Maar hé, laten we dat vooral rock ’n roll noemen en als de donder een paar panden verder naar binnen vluchten.

Tekst Ingmar Griffioen, foto’s Jochem Boom

The Black Cult, foto Jochem Boom

The Black Cult, foto Jochem Boom

Daar komt de ploeg van The Black Cult net aan, hardwerkende Groningse jongens die bereid zijn om podia en snelwegkilometers op te vreten om het te maken. Dat valt gelukkig steeds meer mensen op en zo brengt Suburban volgend jaar hun debuutplaat uit. Ondanks het arbeidsethos maken Douwe Doorduin en kompanen een wat afgepeigerde indruk. Ze komen namelijk net van een instore in de Dr. Martens shop, tevens de organisator van deze ‘Stand For Something Tour’ en de reden dat de jongens er nu goedgeschoeid bij lopen. Stand In Something dus. Daardoor moeten ze zich echter ook behoorlijk haasten en verdampt het verschil tussen de soundcheck en de start van de set.

Op gang wordt al snel duidelijk dat The Black Cult naast garage ook best wel punk is. De eerste nummers vliegen er net zo snel doorheen als de band er bovenop. Toch duurt het even voor we erin komen, waar bekendere tracks als All I Know en Riot bij helpen. The Black Cult heeft zelf al aardig wat singles op het net geslingerd met fijne, catchy garageliedjes van zo’n twee minuten, maar ze spelen vanavond ook nieuwer (of ons onbekender) materiaal. De Groningers werken er hard voor, de enige die nog manischer beweegt is de continu flitsende fotograaf van de organisatie. “Er zijn nog nooit zoveel foto’s van m’n schoenen gemaakt”, merkt bassist Jilles Hazenberg, om meteen z’n nieuwe kist op de monitor te planten. De hoer! Maar hé, laten we dat vooral rock ’n roll noemen. Doorduin heeft ondertussen een topplan: “Wat wij gaan doen is het met z’n allemaal leuker maken en dansen. En…en ik zal eerst m’n gitaar stemmen.” Waarna songs als Please en I Don’t Want It goed laten horen wat de Groningers kunnen: gejaagde punk, garage en hardrock. De sterke afsluiter On My Own is de jongste single, waarna Suburban ze oppikte. Na alle singles is dus eindelijk ook een plaat op komst en deze set maakt daar benieuwd naar!

The Black Cult, foto Jochem Boom

The Black Cult, foto Jochem Boom

Even op straat bijkomen van alle drukte. Daar trekken hele stoeten toeristen voorbij, van opvallend laveloze Engelsen tot audiovisueel tot de tanden toe bewapende Aziaten wiens ogen nu al groter zijn dan die lenzen. En dan is dit nog de nette kant van De Wallen. Voor de Winston is het een komen en gaan van muzikanten en gezelligheid en dan blijkt opeens Turbowolf al bezig. We racen naar binnen en vinden daar drie gasten en een vrouw uit Bristol in een mengeling van leer en glitter. De gitarist en drummer zien er helemaal metal uit, de bassiste is een potige Britse in een glitterjekkie en de eveneens glitterende frontman/toetsenist oogt als een hyperactieve Italiaanse circusartiest. “I believe it’s saturday night? We came here for one night and to party with you.” Ehm nee, vrijdag, maar dat is nog meer reden voor een feestje!

Turbowolf, foto Jochem Boom

Turbowolf, foto Jochem Boom

Turbowolf is de enige vaste waarde in deze SFSTour en dat is geen gekke keuze. Laatste plaat Two Hands is weer helemaal raak met een mix van mix van heavy metal, rock ‘n roll, hard-, punk- en psychrock en elektronica. Ook live voelt het aan als het geslaagde midden tussen de psychdoom van Uncle Acid en de smerige heavy metal/rock ’n roll van Motörhead. Frontman Chris Georgiadis lijkt wel onder stroom te staan en heeft ook nog een ‘doodval act’ in huis, wat natuurlijk de opmaat is naar een vlammende doorstart (van The Big Cut). “Any punkrockers in the house? Here is a punkrock mongrel for you.” Turbowolf serveert korte songs met maximale inzet en groove. Solid Gold is de hardste en langste beuker tot nu toe, waarna we nog even hard gaan op de “Boogie Woogie like it’s 1955! Or 62…” met Read + Write. De zanger heeft Winston met hard werken bij de lurven en we willen meer. Georgiadis drukt zich even op en dan sluiten ze – net als op de debuutplaat – scheurend af met Let’s Die.

Birth Of Joy, foto Jochem Boom

Birth Of Joy, foto Jochem Boom

Toch is het nog voller bij headliner Birth Of Joy. Niet zo gek als je bedenkt dat die twee jaar terug al de bijna twee keer zo grote Paradiso bovenzaal uitverkochten (in de Winston is het met 150 man al afgeladen). Sindsdien groeide de pyschrock ’n rollband ook binnenlands door en 20 december staan ze in de grote Paradiso hal. Ook niet zo gek dus dat deze avond uitverkocht. Het trio trapt sterk af met The Sound, een van de nieuwere wapens en zowel opener van de laatste studioplaat (2014) als het livealbum dat dit jaar volgde. Met Birth Of Joy krijgen we toch een andere dimensie en dat heeft veel met het pompende orgel te maken. Kevin Stunnenberg gooit er Morrison-achtige uithalen in, een beetje klaaglijk en – we zitten nu in het ook ritmisch opzwepende Rock ’n Roll Show – de band gaat ook richting Doors en meer bluesy. Die referentie is helemaal gauw gemaakt aangezien toetsenist Gert-Jan Gutman net als Ray Manzarek zowel de bas en synthlijnen speelt.

Birth Of Joy, foto Jochem Boom

Birth Of Joy, foto Jochem Boom

Er lijkt vandaag ook meer muziek en avontuur in de set te zitten. De band durft te spelen, te experimenteren en uit te spinnen met alleen drums en toetsen. Na een dampende set met ook oudje Devil’s Paradise als uitschieter eindigen we met een 10 minuten durende versie van Make It Happen, het nummer waar Birth Of Joy in 2010 al opzien mee baarde. Wow, dit is me rock ’n roll en psych hoor, nu nog een theremin erbij en het plaatje is compleet. De bassist van Pauw ziet ook dat het psych en goed is. Na geen overdreven respons uit de platgespeelde Winston krijgen we toch nog een soort van trash metal-toegift. Lekker. We hadden de band al even niet meer gezien en dan zou je bijna vergeten dat Birth Of nog altijd als een malle speelt en zo alsmaar beter wordt.

Birth of Joy zou deze vrijdag de laatste show spelen voor ze weer de studio in gaan, maar de band mocht zaterdag nog even invallen voor Rondé op Appelpop. Ook niet gek. Wel een gekke avond in de Winston dit, waar je met deze drie bands wel heel veel waar voor je euri kreeg en toch het gevoel had dat je met deze line-up best een grotere zaal moet kunnen voltrekken. Maar hé, laten we die volle bak vooral rock ’n roll noemen, net als de middernachtelijke terugweg door de Warmoesstraat.

Deze diashow vereist JavaScript.



Deel dit artikel