In de vijftien jaar dat post black metalband Downfall of Gaia bestaat, zijn ze nog niet op een slechte release betrapt. Zeker de laatste jaren beginnen deze Duitsers echt tot volle wasdom te komen. Met serieus hoge kwaliteit vanaf het Aeon Reviels The Throne of Decay-album uit 2014 en Ethic of Radical Finutuit (2019) als voorlopig prijswinnend hoogtepunt. Na deze plaat vertrok gitarist Marco Mazzola en keerde oud gediende Peter Wolff terug. Die wisseling van de wacht heeft nu geresulteerd in Silhouettes of Disgust, acht relatief korte maar intense nummers waarin genoeg te beleven valt. Want net als landgenoten van Der Weg Einer Freiheit en Ultha weet Downfall Of Gaia al die jaren een haast perfecte mix te vinden tussen black metal, sludge, crustpunk (post) hardcore en atmosferische momenten. Redacteur Gijs duikt diep in dit vers afgebakken kunstwerk in zijn review…

Tekst: Gijs Kamphuis

Op deze nieuwste telg is het schaven aan de succesformule. Details verder uitwerken en vernieuwing inpassen waar het kan. De meter slaat op dat punt meer uit naar iets meer rauwe black metal dan in het verleden. Het contrast tussen de harde en zachte passgages wordt hierdoor nog groter. Hoogtepunten van het album zijn toch wel Final Vows en Eyes To Burning Skies. Eerstgenoemde gaat stilistisch een stap terug in de tijd. Terug naar de lo-fi jaren negentig black metalunderground. Net zo raspend en schurend als in de dagen van weleer en even kil en door merg en been. Wat een emotie.

Eyes To Burning Skies kenmerkt zich door de haast doom vibe van de cleane vrouwenzang van Lulu Black (From Oblivion). En de weinig subtiele overgang terug naar kille metal, als waren het twee aparte nummers. Unredeemeble kent dan weer het vertrouwde epische decor van een midtempo gitaarmuur en heerlijk rollende drums. While Bloodsprings Become Rivers is een mooi voorbeeld waar ook een vleugje death ’n roll wordt toegevoegd. Het is ook direct het langste nummer van de plaat en heeft tijd nodig om haar ware schoonheid te doen ontluiken. Het wat dromerige openende Bodies As Driftwood kent een prachtige rauwe apotheose. Waarbij kippenvel screams en vernuftige gitaarpingels hand in hand gaan.

Alle acht nummers zijn evenveel verhalen over verschillende individuen die leven in fictieve steden, zo luidt de uitleg van de band.  Maar de misantropische ondertoon die dit album heeft is duidelijk wel gebaseerd op de ondergang van de moderne mens zoals wij hem kennen en waar we met zijn allen vrolijk aan meewerken. De kwaliteit van het vorige album wordt zeker gehaald. Deze zesde is niet beter of meer vernieuwend, maar juist consistent met oog voor detail. Dat is op zichzelf al bijzonder knap. Thematisch, productioneel en muzikaal zeer geslaagd en dito uitgevoerd. Hier kunnen de liefhebbers van deze niche wel weer even mee vooruit. 

 



Deel dit artikel