“When you’re young, you don’t have any experience – you’re charged up, but you’re out of control. And if you’re old and you’re not charged up, then all you have is memories. But if you’re charged and stimulated by what’s going on around you, and you also have experience, you know what to appreciate and what to pass by.“- Neil Young
Op een miezerende zomerse woensdagavond stap ik station Duivendrecht uit om een stuk te wandelen richting de Ziggo Dome. Op dagen als deze zijn die tien minuten een perfecte aangelegenheid om je mentaal voor te bereiden op een show van een levende legende. Tien minuten in alle rust lopen richting een volle zaal met 17.000 pratende mensen plus het overpeinzen van je zonden. Eenmaal aangekomen voor het pand is het besef ineens daar: Ik ga Neil Young plus Promise of the Real live zien… Godsamme!
Tekst: Steve Gröniger // Fotografie: Maaike Ronhaar
We schrijven het jaar 1993 wanneer ik als tienjarig menneke in mijn kapot geknipte jeans, een overmaats houthakkersoverhemd en met verwilderd halflang haar dat over de bandana valt, voor de tv hang. Ineens word ik compleet overmannen door de meest heavy en doom-achtige shit van een absolute schoonheid die voor een ongekende emotionele ervaring zorgt. In alle verwarring voel ik plots de tranen over mijn wangen lopen. Ik zie een oudere man in een lederen jack met een zwarte bril op en met een mondharmonica om zijn nek. Hij zit gebogen over een orgel zo intens bedwelmend en hypnotiserend te spelen, dat de rauwe brute kracht – die ondanks de ogenschijnlijke lieflijke breekbaarheid – als een orkaan door mijn hele bliksemse donder gaan. Ik zag, hoorde, voelde en ervoer Neil Young’s Like a Hurricane tijdens een opname van MTV Unplugged. Ik begreep er geen fuck van, wilde meer van dit soort ervaringen en niets werd vervolgens ooit meer hetzelfde.
Natuurlijk was ik al langer bekend met het fenomeen Neil Young. Een feit dat met name te danken is aan ouders met een zeer uitgebreide vinylcollectie, waar ik met mijn incapabele gretige kinderhandjes door heen mocht rauzen. Ik zat vaak in alle rust te luisteren met een te grote koptelefoon en een zee aan vinyl om me heen op de vloer, hetgeen mijn ouders ook voor een flink bak rust zorgde van die kleine rare druktemaker. Met uitzondering van CSN&Y’s Déjà vu en Re-ac-tor (met Crazy Horse) was echter de muziek van Young meer een gegeven, dan dat ik er helemaal idolaat van was. Sterker nog: voorafgaande aan die epische MTV opname vond ik het ouwellullenmuziek. Het was van mijn ouders en ik was veel hipper aan het sleutelen aan mijn eigen muzikale identiteit met van verjaardagsgeld gekochte cd’s van Nirvana, Soundgarden, Guns ’n Roses, Metallica en Pearl Jam. Een muzieksmaak die ten opzichte van mijn oudere leeftijdscategorie groep vrienden credible en begrepen werd. Dat MTV-gebeuren zorgde er ook voor dat ik dacht ‘fuck it’ met je credibility en begrepen worden, maar mijn blijdschap niet groter kon toen ik in een interview in de Hitkrant (of iets dergelijks) las dat het Neil Young & Crazy Horse album Rust Never Sleeps een van de grootste inspiraties was voor de Seatle Sound. En daarmee werd hij de peetvader van de grunge genoemd en kon dat album al dus als volbloed proto-grunge bestempeld worden. Toen meneer Young een paar jaar later met de leden van Pearl Jam het album Mirror Ball opnam en ze op sleeptouw nam naar Europa als zijn backing band, was het hek helemaal van de dam en liet ik alle conventies varen over wat nou wel goede, foute, credible, salonfähige shit was. Als je ergens gepassioneerd over bent, dan ben je dat nou eenmaal, fuck de rest maar. Morgen weer een dag.
De laatste keer dat ik Neil Young live zag was toevallig op drie dagen na tien jaar geleden in Ahoy. Na een mokerheftige periode waarin ik onder andere mijn moeder verloor aan een slopende ziekte, vond mijn vader het een goed idee om gezamenlijk met mij en mijn broer op pad te gaan. We gingen richting het Rotterdamse voor een avondje zuipen en vreten in de haven en ’s avonds stond Neil Young op het programma. Het kon namelijk wel eens de laatste keer zijn om hem live te zien, omdat hij net een paar jaar daarvoor een hersenbloeding had opgelopen. Daarnaast werd hij inmiddels een dagje ouder en was het dus een kwestie van genieten nu het nog kan van de man. Van die show zelf weet ik bar weinig meer, anders dan dat wij met zijn drieën voor het eerst sinds ellenlange tijd weer zichtbaar en heel fanatiek oprecht aan het genieten waren van een bulk aan fijne muziek. Het was tevens ook de laatste keer dat wij met zijn drieën op pad zijn gegaan, en sinds die tijd ook bewust de live-shows van Neil Young ben gaan ontlopen uit een soort van misplaatst gevoel van geen afbreuk aan die herinnering van dat ene moment dat er even niets toe deed en je voelde dat je weer normaal kon gaan ademen en shit weer beter kon gaan worden.
Tot nu dan dus! Want we zijn er dus na tien jaar maar weer eens een keer en nu onder tamelijk andere omstandigheden. Ik mag er zelfs iets over gaan schrijven, want uiteindelijk is het vooropgezette plan van dit artikel natuurlijk even vertellen hoe de show was! Dus daar gaan we dan.
Als ik dan eindelijk genoeg moed heb verzameld om naar binnen te gaan kom ik als eerste godsamme gewoon Dinosaur Jr.’s J. Mascis tegen. Mentaal zie ik dit als teken van onze muziekrockgoden als een soort spirituele witte vredesduif. Alles komt goed vanavond en het wordt een kwestie van puur genieten, waardoor ik een relatief gevoel van zen ervaar. Dat gevoel verdwijnt zodra ik voorbij de security ben, snel munten heb gehaald, de zaal inloop en ik ineens bewust word van hoe massief groot die zaal is. Daarbij opgeteld godvergeten veel mensen die zo hard mogelijk met elkaar proberen te praten. De fucking kakofonie des hel. Dus ik plug mijn oordoppen in, draai de muziek hard en wandel met een halve liter bier in de hand richting de rokersruimte.
BOY AZOOGA
Als openingsband wordt de Ziggo Dome vandaag getrakteerd met het uit Wales afkomstige Boy Azooga. De psyche-popband kon eerdere al op gehypte shit rekenen van onder andere 3VOOR12, ESNS en London Calling. Hoewel ik normaal gesproken nog liever gras in een weiland ga tellen, is het vanavond best goed uit te houden met de dansbare synthpop, wat dan vervolgens weer een beetje door een wtf gebeuren ernstig verstoord word als ik de meest slechte poging tot een choreografische uitvoering van een gezamenlijk getimed dansje serieus uitgevoerd zie worden. Er valt in ieder geval weer eens wat te lachen. Dat is dan ook wel weer mooi.
Neil en consorten laten nog even op zich wachten en dat geouwehoer van al die mensen door elkaar filter ik nog steeds bijzonder slecht, dus op naar de bar en het rokerswalhalla. Op zich voelt het nu allemaal wel relaxed aan. Gaat het dan toch nog leuk worden?
NEIL YOUNG & PROMISE OF THE REAL
Ja! Leuk wordt het zeker! Als Neil met zijn trouwe werkpaard Old Black en de heren van Promise of the Real het podium betreden – de band van Luke Nelson, zoon van die andere legende Willy Nelson – kan het feest beginnen. Met Mansion on The Hill, Over and Over en Country Home, als nog relatief netjes en ordentelijk gespeeld, gaat in ieder geval mijn hartje in positief opzicht sneller kloppen, want dit betekent dat het een ‘Crazy Horse’-avondje gaat worden (sorry, kamp Harvest Moon). Als het opvallend gemêleerde publiek (van kinderwagen tot rollator komt er voorbij sjaggeren) publiekslievelingen het venijniger gespeelde Heart of Gold en Old Man luidkeels meeschreeuwt, lijkt dit Neil en consorten een tamelijke boost te geven. Ze gaan namelijk vervolgens standje furieus aan de haal met Throw Your Hatred Down en voeren dit verder langs een volslagen loco en dik uitgevoerde Cortez the Killer. Hoewel zijn stem er nog altijd één van het bizar jeugdige is, zit de rest van zijn hele hebben en houwen ook qua energie kennelijk in een tweede jeugd. Het is moeilijk te beseffen dat deze 72-jarige dude gezien het leven dat hij heeft geleidt met zoveel enthousiasme en woeste overtuiging dit op de bühne kan neer donderen. Ik zit op de helft en kan al niet eens meer fatsoenlijk uit een stoel opstaan zonder gekraak en gekreun van een pensionado in een verzorgingstehuis. Het is te mooi om te zien. Maar het wordt nog erger… Meneer gooit er gewoon nog even Fuckin’it Up, Hey Hey, My My (into the Black) en überklassieker Rockin’ in a Free World er niets ontziend en buitengewoon bevlogen achteraan. Meneer heeft er zin!
In een avond die als een mega diesel-machine steeds harder en intenser op gang kwam, sluit ik hem zelf toepasselijk af met de wervelwind die deze avond was en pak ik mijn biezen in richting huis na het nummer waar het voor mij begon, namelijk Like a Hurricane…
Het was mij allemaal maar weer eens wat.
Hou je taai,
Rawkward Steve
Meer foto’s van Maron Stills op haar website
Nog geen reacties!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.