A Place To Bury Strangers in Melkweg, foto Susana Martins

A Place To Bury Strangers heeft in de loop van het bestaan al aardig wat bandwisselingen ondergaan en sinds vorig jaar wordt gitarist Oliver Ackermann geflankeerd door het echtpaar Fedowitz op drum en bas. In februari van dit jaar komt hun laatste album See Through You op de markt. Nieuwe bandleden plus een vers album van de pers is een goede aanleiding om Upstairs – de kleinere kleine zaal van Melkweg – vol rook en geluid te blazen. Er is geen support, dus alle aandacht gaat uit naar de New Yorkse noise rockers. 

Tekst: Paul Lindenbergh / Fotografie: Susana Martins

John en Sandra Fedowitz zijn bekend van shoegaze band Ceremony. Ceremony East Coast om precies te zijn om verwarring met de andere band Ceremony te voorkomen. Sandra neemt het stokje, of eigenlijk de stokjes, over van Lia Simone Braswell en John de bas van Dion Lunadon. Hiermee ontstaat een nieuw trio dat de grenzen van luide gitaarmuziek opzoekt.

A Place To Bury Strangers in Melkweg, foto Susana Martins

A Place To Bury Strangers in Melkweg, foto Susana Martins

Vanaf het eerste nummer zwaait zanger en gitarist Oliver Ackermann vervaarlijk met zijn gitaar in het rond alsof het een hakbijl is en het instrument krijgt het deze avond nog zwaar. Naast de instrumenten krijgen de zintuigen van de bezoekers het eveneens zwaar te verduren. Met de versterkers op standje elf is het in zo’n klein zaaltje eigenlijk geen optie om zonder oordoppen de decibellen op te vangen. Het is noise, garage, shoegaze, effecten en stukjes surf dat in de blender wordt gemikt en op hoog volume door de speakers wordt gestuwd. Het oudere materiaal – zoals We’ve Come So Far – passeert de revuemaar in de set is er ook uiteraard aandacht voor tracks van het laatste album See Through You. Lets See Each Other is daar een gedenkwaardig voorbeeld van.

Naast het beschermen van de trommelvliezen, is de bandleden scherp op het netvlies krijgen nog zo’n uitdaging. Het drietal is continue verscholen achter of gehuld in dikke wolken theaterrook die geheel oplichten door lichtflitsen. Slechts af en toe is een silhouet zichtbaar, waardoor de performance een dreigende lading krijgt. In het voorbijgaan werpen een aantal verdwaalde cinemabezoekers een blik in de zaal en de verwarring is van de gezichten af te lezen en de meesten lopen in rap tempo voorbij aan de zaal. Plots knippert er een vreemde lichtbol achter in de zaal aan en wordt de flightcase vol knoppen geopend en naar het midden gereden. Na een overtuigend gebrachte kreet ‘SPELUH’ vanuit het publiek volgt uit de noise machine zonder pardon een hoop kabaal. Vanachter een deels verplaatste drumkit legt Sandra de basis van de tracks neer, terwijl Oliver druk met een lamp loopt te zwaaien. Zo zoekt A Place To Bury Strangers niet alleen de grenzen van de muziek op, maar ook van de performance. Waren ze een tijd lang onzichtbaar in de rook, opeens zijn ze aan te raken in de zaal. Uiteindelijk wordt de drumkit weer op het podium gezet alwaar weer in de “gewone” positie on stage wordt gespeeld gehuld in de rook en aangewakkerd door flitsen, totdat alle oren murw geslagen zijn. 

A Place To Bury Strangers in Melkweg, foto Susana Martins

A Place To Bury Strangers in Melkweg, foto Susana Martins

A Place To Bury Strangers in Melkweg, foto Susana Martins



Deel dit artikel