Voivod, foto Tim van der Steen

Voivod, foto Tim van der Steen

Wat een gedoe in aanloop naar Speedfest. Treurig. En bedoeld om de westerse wereld te raken in een van de belangrijkste verworvenheden: het in vrijheid genieten van het leven en zo ook van ongecensureerde kunst. Over die doffe ellende spraken meerdere acts zich in het Eindhovense Klokgebouw uit. Uiteraard pakte Peter van gastheer Peter Pan Speedrock het woord, maar ook onder meer Napalm Death, Danko Jones en Refused lieten zich in niet mis te verstane bewoordingen uit: “Dit is ons feestje. Dat laten we niet verpesten. Rock & roll will win.” En ga zo maar door.

Check eerst de video-impressie van Speedfest met een interview met organisator en Peter Pan-bassist Bart Geevers:

Whiskeydick en de Rooie Neger wisselden af in de Food Court

Whiskeydick en de Rooie Neger deden de Food Court

Extra beveiliging, soms lange rijen en geen Eagles Of Death Metal dus. Maar wel een uitverkocht festival en daarmee vijfduizend bezoekers plus ruim dertien uur gitaarmuziek van de bovenste plank en 26 acts in drie, of nee vier zalen.

Tekst Ingmar Griffioen en Tim van der Steen, foto’s Tim van der Steen, video Robert en Erik Berkhof

Het Klokgebouw is een verzameling oude fabriekshallen op Strijp-S. Een soort jaarbeurs maar dan met een rauwe, industriële uitstraling en vier aan elkaar geschakelde zalen. Waar 013 en TivoliVredenburg al ideale festivalgebouwen zijn, gaat het Klokgebouw nog een stapje verder of ehm gemakkelijker: er zijn geen tussenruimtes en alles is op de begane grond. Je loopt zo van de ene de andere ruimte in, de enige plek om de muziek te ontvluchten is de Food court, een enorme walmende vreetschuur die vast uit de koker van mede-organisator Paaspop komt. Goed eten wel daar. Geen rust overigens, want de inwendige mens wordt bijzonder verwend op Speedfest en bovendien staat De Rooie Neger te draaien. Wie? De Martin Garrix van de Rock & Roll DJ’s (slogan “Van Slayer tot Schlager”) draait alleen maar hits, inderdaad Slayer maar net zo goed klassiekers als Maaaaaanuela, Kriss Kross’ Jump en Insane In The Brain (Cypress Hill). Lekker Brabants sfeertje dus en ze hebben ook nog worstenbroodjes, verantwoorde van Just Like Your Mom’s zelfs.

Verder kun je op Speedfest ongestraft met bier smijten, en bijna ongestraft roken en crowdsurfen. Dat laatste gaat heel georganiseerd: zo snel mogelijk over het publiek naar voren, waar de security je met alle macht de gracht in sleurt. En dan met een schouderklopje en knuffel weer terug de zaal in stuurt. Maar daar is het allemaal nog wat vroeg voor als we ’s middags het Klokgebouw enteren voor de classic rockers van Scorpion Child. (IG)

Scorpion Child, foto Tim van der Steen

Scorpion Child, foto Tim van der Steen

SCORPION CHILD
Het is nog vrij rustig in de zaal als Scorpion Child om 15.00 uur het Wrecker podium betreedt. Dit kan te maken hebben met de aangescherpte beveiliging op Speedfest, er staat een lange rij voor de ingang van het Klokgebouw. Scorpion Child komt uit Austin, Texas en ademt seventies. Lange haren, leren vesten en psychedelische rock waaruit een enorme liefde voor Led Zeppelin spreekt. Met name uit de vocalen van frontman Aryn Black. Helaas is het geluid niet al te best zo vroeg in de middag. Daardoor zijn de stemmen nauwelijks verstaanbaar en dat is bij dit soort classic rock echt een gemis. Showmannen hoor en ze kunnen wel echt spelen. Speciale vermelding voor de bassist en de supervette backdrop. Helaas raakt de set pas bij prijsnummer Polygon Of Eyes (“I, live on the mountain!”… meezingertje) op stoom, en laat dat precies het laatste nummer zijn. (TvdS)

Backyard Babies, foto Tim van der Steen

Backyard Babies, foto Tim van der Steen

BACKYARD BABIES
De kop is eraf. Tijd voor Backyard Babies, een stel doorgewinterde Zweedse glamrockers, die sinds het stoppen van Hellacopters en Gluecifer de vaandel van de vaderlandse sleazy rock moeten dragen. BYB is dan ook al even bezig, een kwart eeuw om precies te zijn, en gitarist Dregen speelde lange tijd bij Hellacopters en de Finse haarrocker Michael Monroe. Het mag dan zeven jaar stil zijn geweest, na een toepasselijk Guns N’ Roses intro doen de Scandinaviërs er alles aan om dat te doen vergeten. Live brengen ze een best wel strak en energiek potje heavy classic rock. Geen sleaze op het scherpst van de snede, hoe hard ze er ook voor werken. Bijna ballad Bloody Tears doet nog het meest aan Guns N’ Roses denken. De band ziet er doorleefd uit, Dregen is met die pet en bandana een mooie kruising tussen Little Steven en Keith Richards, en frontman Nick Borge en drummer Peder Carlsson wil je niet in een steegje in Nässjö tegenkomen. De band heeft alle powermoves, slingert met gitaren en vuisten en racet over het podium met veel aandacht voor die opstapjes vooraan. Nog even over de monitor in de gracht paraderen ook. Showtje hoor, maar hoewel ze vooral ouder (en pittiger) werk spelen, slaat het niet echt over tot zichtbare frustratie van Dregen. (IG)

Nicke Borg van Backyard Babies, foto Tim van der Steen

Nicke Borg van Backyard Babies, foto Tim van der Steen

Gary Meskil van Pro-Pain, foto Tim van der Steen

Gary Meskil van Pro-Pain, foto Tim van der Steen

PRO-PAIN
Het is nog vroeg natuurlijk. Bij Pro-Pain is elke gedachte aan tam publiek meteen verdwenen. Geen irritatie ook, maar oprechte boosheid. En veel ook. Zanger-bassist Gary Meskil is een vaatje buskruit, die die teksten in al die duizenden gezichten spuwt: “So consider this. A. War-ning. Shot. Motherfucker.” Hardcore indeed. Geen concessies aan Bataclan in ieder geval, zoals de set sowieso ongenadig hard en boos is. De ook al 24-jarige hardcore metal-veteranen bouwen meteen een hardcore metal-pit. En daar zeilt ook het eerste bier door de lucht. Meskil staat met één hand te bassen en de andere in de lucht te ballen. De NYHC pioniers ademen sowieso hardcore in alle geledingen. Ook al zijn de andere leden pas acht of vier jaar actief, die jumps van Adam Phillips zijn net zo sick als die riffs en daar is die boom van een roadie weer, die op Werfpop in Leiden ook zo hard haar stond te slaan, de songs woord voor woord meebrult en beukt met z’n vuisten. Oldschool bazen hardcore met donderende bassen, furieuze riffs, hardcore breaks en beestachtig batterij drumwerk, die de band soms richting thrash, machinaal en industriële metal voert. Pro-Pain, anti-slacken zeg maar. Recht uit het lichaamsdeel waar die roadie zo hard op slaat en ongelimiteerde voeding voor die moshpit. (IG)

Nick Oliveri, foto Tim van der Steen

Nick Oliveri genoot ook op het podium met volle teugen, foto Tim van der Steen

Nick Oliveri, foto Tim van der Steen

Nick Oliveri, foto Tim van der Steen

NICK OLIVERI’S MONDO GENERATOR
Vrijwel alles aan Nick Oliveri’s Mondo Generator is een verwijzing naar waar de band en diens charismatische frontman vandaan komen. Oliveri komt uit de Palm Desert, waar hij onder meer in Kyuss en QOTSA speelde, op de inmiddels roemruchte generator party’s in de woestijn. Mondo Generator is vernoemd naar een oude Kyuss-track en ook de setlist is vandaag doorspekt met nummers van zijn oude bands. Desert rock classics als Demon Cleaner, Gonna Leave You en uiteraard Green Machine waarbij de pit echt losbreekt. Hieruit blijkt ook hoezeer de frontman nog aan zijn oude bands vastzit. De klassiekers landen ook beter bij het publiek dan het eigen werk. Jammer soms, want de nieuwe tracks zijn echt wel tof. Mooi om te zien hoe Oliveri en nieuwe gitarist Mike Pygmie tegen elkaar op staan te riffen op Dead Silence. We krijgen ook nieuw werk te horen: Into The Void, een lekker rappe punky track. Eigenlijk stond Mondo Generator pas laat op het programma, maar wegens het wegvallen van Eagles Of Death Metal is het programma omgegooid. De band heeft er niettemin zichtbaar zin in en komt om 17.00 uur prima uit de verf op het hoofdpodium. Afsluiter is een rammende versie van QOTSA-track Millionaire. “Gimme some more, gimme some more!” Dat had hij natuurlijk best mogen doen. (TvdS)

Publiek dankt Obituary, foto Tim van der Steen

Publiek dankt Obituary, foto Tim van der Steen

Obituary, foto Tim van der Steen

Obituary, foto Tim van der Steen

OBITUARY
Als er één ding spreekt uit de bands vandaag is het ervaring. Origin stories links en rechts, bij Obituary is het niet anders. De band uit Florida stond dertig jaar terug aan de basis van de death metal. Waar de platen soms wat blikkerig kunnen klinken is het live een donderstorm. Al bij de tweede track wordt de gracht tussen het podium en het publiek gedempt met crowdsurfers, de fotografen die er staan krijgen aan de lopende band benen in hun nek. De set is volgepakt met publieksfavorieten. Van het dreigende trage intro van Redneck Stomp, voordat zanger John Tardy opkomt tot het furieuze slot van Slowly We Rot. Obituary timmert al sinds ’84 aan de weg. Sindsdien heeft de band een trouwe fanschare verzameld, die al vroeg tekent voor dé pit van de dag. Terecht ook, want de band speelt steengoed. Hard groovende death metal, wie had gedacht dat het na al die jaren nog zo sterk van het podium zou komen? (TvdS)

NAPALM DEATH
Na de cliniclowns van Klingonz en het toch wel erg heftige Obituary staat er alweer een stel veteranen op het podium: de grindcore pioniers en nog altijd vaandeldragers Napalm Death. Zonder oorspronkelijke leden, maar deze vier mannen gaan ook al 25 jaar hard met die hardcore, death en grind. Voor dit soort bands is de term genadeloos bedacht. Beetje te ongezellig misschien die Britten? Nope, gewoon weer een kwestie van knetterhard pitten en haarslaan. Ze reiken wel minder ver dan Obituary, die nog wel een breed bemoshbare sound neerlegden. Dikke respect voor Napalm, dat ongelofelijk trouw aan hun grinding wortels is en ook op het dit jaar verschenen Apex Predator – Easy Meat niet verslapt. Van dat 15e studio-album krijgen we furieuze tracks als Metaphorically Screw You, Timeless Flogging en Smash a Single Digit, opgedragen aan “het land waar zoveel van onze trash en junkfood vandaan komt, maar waar alles zoveel… ja goedkoper is.” Het nummer is een korte, furieuze aanklacht tegen onze kapitalistische maatschappij, die werkers opeet (treffend uitgebeeld in de clip).

Napalm Death, foto Tim van der Steen

Napalm Death, foto Tim van der Steen

Allejezus wat bruut. Tijd voor een oudje, maar Suffer The Children is zoals zanger Mark Greenway opmerkt nog razend actueel. “25 jaar later en hoeveel is de wereld veranderd? Laat je door niemand wat vertellen, niet door vertegenwoordigers van de kerk of wie dan ook. Dit nummer gaat over religieuze waanzin.” De tekst komt opeens wel erg dichtbij:

“Global lunacy
Death threats for supposed blasphemy
No room for free thought
All non believers pushed to the floor”

Op iemands T-shirt lezen we: “Fuck religion, believe in yourself”. Het had ook zomaar een Napalm Death-tekst kunnen zijn. “Change is in your mind”, zei Greenway net al. Deze band is in alles compromisloos en dat mag ook wel eens. Dit zijn simpelweg geen lieve, niksige patatgeneratie tijden immers. (IG)

High On Fire, foto Tim van der Steen

High On Fire, foto Tim van der Steen

HIGH ON FIRE
High On Fire is misschien de meest ondergewaardeerde band van het moment en zeker van vandaag. Ze kregen twee weken geleden de Melkweg niet vol. Terwijl met Luminiferous één van de platen van dit jaar werd afgeleverd, bleek de band toch té underground. Matt Pike timmert al sinds ’98 aan de weg met High On Fire sinds zijn vorige band (Sleep) ter ziele ging. De frontman is misschien wel de lelijkste vent in het Klokgebouw (ook vandaag in zijn favoriete vleesshirt op het podium), maar wat kan die man spelen. Inmiddels zijn we zes albums verder, een indrukwekkende verzameling van smerige sludge/stonermetal op hoog tempo. High On Fire opent vandaag met een ramharde versie van The Black Plot van de nieuwe plaat en zet daarmee de toon. De ritmesectie dendert door als een helse stoomlocomotief, die wordt belaagd door de riffs en solo’s van Pike. Hij brult hier overheen met een stem die klinkt of hij ontbijt met motorolie en gravel en die tot ver in de zaal voor het hoofdpodium reikt. Als de trein uiteindelijk na een uitgesponnen versie van Fertile Green tot stilstand komt, heeft Speedfest High On Fire terecht aan een groter publiek voorgesteld. (TvdS)

Matt Pike van High On Fire, foto Tim van der Steen

Matt Pike van High On Fire, foto Tim van der Steen

Speedfest 2015, foto Tim van der Steen

Speedfest 2015, foto Tim van der Steen

CROBOT
Er staan ook relatief kakelverse bands op de bill, zoals Crobot. Hoewel de muziek tussen van de band uit Pennsylvania duidelijk refereert aan een paar decennia terug. Classic hardrock met wat heavy metal riffing en een behoorlijke howl van Brandon Yeagley. Denk The Darkness, Graveyard, Turbowolf. ‘Dirty groove rock’ noemen ze het zelf en smerig grooven doet het zeker. Oeh, dan hebben ze ook nog een nummer dat geheel drijft op een Hendrix’ Band of Gypsys loopje. Heel fijn. De band doet aangevoerd door Yeagley in z’n Hawaii-shirtje een wedstrijdje headbangen. Die show en de dikke classic sound met nummers als Nowhere To Hide en Legend Of The Spaceborne Killer houden de kleinere Trashers Stage (ook tijdens High On Fire) goed vol. De Amerikanen eindigen met het ook al zo verdomd lekkere Fly On The Wall en wij bij de merch voor die uitgebreide editie van debuutplaat Something Supernatural. (IG)

SPEEDFEST TOONT LOMPHEID, LIEFDE EN HUMOR
Op Speedfest leer je dat er nog mannen bestaan met spijkerjekkies, waar moeder prints met Trivium, Metallica, Deep Purple en Wacken op genaaid heeft. Leren jekkies, jassen met spikes, Exploited en een doorgehaalde swastika erop om de schouders van een enorme kerel met een felgroene hanenkam. Plus nog een paar legioenen mannen uit binnen- en buitenland in Turbojugend jassen, dat wordt nog wat als hun helden straks op Scumbash spelen. De Speedfester is over het algemeen wat lomp maar lief. Iedereen loopt over, tegen en door je heen, maar zij die nog nuchter genoeg zijn, zeggen wel sorry als je pilsje sneuvelt. En ze hebben humor. Neem die chick die voor twee metalheads gaat staan om met een stift ‘Slayer is gay’ op de houten zuil te kalken. Hilarisch. Maar toch even schrikken als die ene gast de stift opeist… om er dan ‘gayer’ van te maken. Sportief. (IG)

Voivod, foto Tim van der Steen

Voivod, foto Tim van der Steen

VOIVOD
Presentator Denvis kondigt de volgende band aan zonder dat zijn microfoon aan staat. Handig. Waarna de muziek nog een minuut doorspeelt, terwijl de muzikanten op het podium naar de PA staan te zwaaien. Voivod had beter verdiend. De Canadezen hakken er wel meteen vol in en man, wat heeft Denis ‘Snake’ Bélanger een machtige AC/DC stem. En wat heeft Voivod een following zeg. Als de frontman zijn handen uitsteekt, komt een zee van handen hem tegemoet en scandeert het publiek voor de zoveelste keer: “Voivod, Voivod!” Hoewel ze natuurlijk ook om het het klassieke nummer van de debuutplaat War and Pain uit 1984 kunnen schreeuwen. Die sluit sowieso de set af en Voivod heeft meer oudjes in petto. Chaosmöngers is exemplarisch: Net als je denkt dat het even melodieus wordt of temporiseert dan thrashen ze er op los. Voivod heeft een sterke eigen identiteit door de toevoeging van thrash en prog metal, maar oldschool heavy metal-spul als The Prow daar zitten we hier zeker ook nog op te wachten. Vooral met deze donderende ritmesectie, die haarrrrrslaande gitarist met af en toe hoge, proggy gitaarlijnen en het uitstekende boegbeeld, dat met wenkbrauwen en handen meeleeft met de muziek. Nieuwe bassist Rocky laat zich ook behoorlijk gelden vandaag. Voivod is geen makkelijke band, soms dwars en vaak hard, maar wel een band die nog steeds een verhaal te vertellen heeft. Vele verhalen, ze waren natuurlijk niet voor niks curator op Roadburn 2011. (IG)

Danko Jones, foto Tim van der Steen

Danko Jones, foto Tim van der Steen

DANKO JONES
Nog zo’n powertrio, het staat er dit jaar bol van in het Klokgebouw. Ook deze band draait al bijna twintig jaar mee. In de vroege jaren 2000 tourde Danko Jones door Europa als support voor Backyard Babies, inmiddels zijn die rollen omgedraaid. Van de headliners is Danko Jones wel de meest radiovriendelijke, met rechttoe rechtaan rock n’ roll. De band heeft veel in huis. Ervaring, kunde en een charismatische frontman met een goede stem en met enorme energie bijvoorbeeld. Toch komt het niet zo over als de organisatie en hijzelf waarschijnlijk hoopten. Na het geweld van de de bands die Danko voorgingen valt hij misschien wat uit de toon. Dat kwam op Werfpop dan toch beter uit de verf. Bij First Date krijgt het publiek confetti over zich heen, dat voelt op Speedfest toch wat goedkoop hoor. Wel heel tof dat Body Bags wordt gespeeld met die heerlijk simpele punkriff. Het makkelijk mee te schreeuwen refrein helpt natuurlijk ook. (TvdS)

Danko Jones, foto Tim van der Steen

Danko Jones, foto Tim van der Steen

Refused, foto Tim van der Steen

Refused, foto Tim van der Steen

REFUSED
We hebben een partij zin in Refused, die op Lowlands 2012 ook een partij goed waren. Bam, met Elektra van het dit jaar verschenen Freedom album laten ze zich meteen horen. En dan zo zeventien jaar terug naar het legendarische The Shape of Punk to Come, titelnummer van de zeer invloedrijke plaat waarna de band er meteen veertien jaar tussenuit piepte. Maar Refused is alweer drie jaar terug en hoe. Wat. Een. Frontman. Show, act, uitstraling, strot, alles. Dennis Lyxzén is misschien wel de beste frontman van de dag, als een soort Mick Jagger van de punk. Hij loopt op het publiek, duidelijk makend waar David van John Coffey de mosterd haalde, en laat zich er dan in vallen. Refused is sowieso best wel John Coffey. Niet alleen de frontman, de snor en het haar van de gitarist, maar in alles en vooral in die punkrock. Alleen dan Zweeds en al 20 jaar ouder. Ook een behoorlijk showtje hoor. En ondanks prijsnummers als Rather Be Dead en (tevens titel van het afscheidsmanifest uit 1998) Refused Are Fucking Dead, geldt net als bij collega comeback-act Swans: Not dead at all.

En ja; Lyxzén heeft wat noten op zijn zang. Over hoe belachelijk en fucked up het is dat er 0% vrouwen op het podium staan van Speedfest. Noted. Goede aanleiding voor het nieuwe nummer Destroy The Man. Dan over Parijs: over hoe muziek ons laat zien “How to escape from a fucked up world”, over hoe we juist voor vluchtelingen moeten zorgen en alleen zo de boel kunnen redden. “Cause this is our world and we should let no-one take that away.” Jammerlijk ontsierd door wat “Speuluh” gebrul, maar zijn punt is gemaakt. Want daar ging en gaat punk godverdomme over: maatschappelijke betrokkenheid. Tijd voor een dance-intro, het harde, bijna nu metal-achtige New Noise en een laatste nog hardere pit. (IG)

Peter-Pan Speedrock op Speedfest 2015, foto Tim van der Steen

Peter-Pan Speedrock op Speedfest 2015, foto Tim van der Steen

PETER PAN SPEEDROCK
Even na middernacht staat Peter Pan Speedrock dan op het hoofdpodium. Voor een projectie van het inmiddels iconische Eiffeltoren/peace logo en geflankeerd door Dikke Dennis (tegenwoordig: Dunnis) neemt frontman Peter van Elderen het woord: “We willen een moment van stilte. Met jullie. Voor iedereen, niet alleen in Parijs, die hierdoor geraakt is. Fuck these terrorists. Fuck that shit.” Een minuut lang is het vrijwel stil in een met vijfduizend uitgelaten Speedfesters afgeladen Klokgebouw en is indrukwekkend een flink understatement.

Dan is het tijd voor waar Peter Pan en Speedfest in uitblinken: hard rocken. Een grotere middelvinger kan er na de aanslagen niet worden gegeven. Eerder vandaag spraken we bassist Bart Geevers, die aangaf dat de setlist wel enigszins is aangepast. We Want Blood vonden de Eindhovense mannen van Peter Pan voor deze show minder gepast. Damn You All To Hell en Better Of Dead worden wel keihard de zaal ingeknald en het is voor iedereen duidelijk wie die boodschap mag ontvangen. (TvdS/IG)

Peter-Pan Speedrock op Speedfest 2015, foto Tim van der Steen

Peter-Pan Speedrock op Speedfest 2015, foto Tim van der Steen

Wat door alle aandacht bijna een editie zonder headliner leek te worden, ontpopte zich tot een jubileum met een serie headliners, weerbarstige en veelal zeer ervaren bands die stuk voor stuk wat extra’s gaven. En dan hebben we Carcass (vanwege Voivod) en de Aftercrusher met onder meer Death Alley (vanwege de ov-dienstregeling) nog moeten missen. Speedfest was stiekem een onwaarschijnlijke opeenstapeling van routiniers, waarvan de meeste zich niet zozeer verzadigd, maar vooral gretig en nog toonaangevend presenteerden. Tel daar een uitverkocht Klokgebouw vol met gretige festivalgangers bij op en je hebt een memorabele Speedfest #10 te pakken hoor.

 

Deze diashow vereist JavaScript.



Deel dit artikel