Canshaker Pi op Noorderslag, foto Rick de Visser

Een van de jonge bands die zich aandiende op Noorderslag: Canshaker Pi, foto Rick de Visser

Niks geen ‘op de laatste benen lopen na drie volle dagen Eurosonic’; het is zaterdag en we rennen de Oosterpoort in voor de eerste Noorderslag van Never Mind The Hype. In het wat labyrinthische conferentiecentrum beginnen we aan een lange (en steeds hardere) keldermarathon, die van Naive Set naar Death Alley voert. Tussendoor razen we door de kleine zaal, de Marathonzaal en de eveneens lastig toegankelijke bovenzaal. We zien grote sets van Birth Of Joy en PAUW laat opvlammen, veel talent als Indian Askin en Canshaker Pi en groepen als Iguana Death Cult, St. Tropez en Blue Crime, die snel duidelijk maken waarom ze van Popronde naar Noorderslag doorgroeiden. Het resultaat van ruim zeven uur in de Oosterpoort? Dit artikel natuurlijk, een kater en stralend optimisme over het muziekjaar 2016.

Benieuwd wat we nu ‘het beste’ vonden? Bekijk de persoonlijke lijstjes van het NMTH-team

Teksten: Marije Heida en Ingmar Griffioen // Foto’s: Rick de Visser

Naive Set op Noorderslag, foto Rick de Visser

Naive Set op Noorderslag, foto Rick de Visser

Naive Set is springerig én laidback, sleazy én beschaafd
Label Subroutine reageerde wat spottend toen we Naive Set bij de heavy toevoegingen voor Noorderslag schaarden. Heavy zijn de Amsterdammers inderdaad niet direct, qua alternatieve rock behoren ze echter tot het beste wat de Noorderslag-bezoekers voorgeschoteld krijgen. Een prettige aftrap dus van uw verslaggevers keldermarathon. Wat het viertal zo goed kan hoor je op de eind 2015 verschenen langspeler Dragon: laidback doch springerige indierock met een dwarse Sebadoh/Pavement charme. Ze schrijven er beste liedjes bij ook. Een halfvolle kelder is als openingsact een goed teken te noemen: Er is enige buzz ontstaan door die tweede plaat. Helaas is er ook een stoomboot, die er doorheen buzzt… Maar ze laten zich niet kennen: “Hold On… In The Sun” klinkt het harmonieus in Rabbits. Onze favoriet is He Will Lead You Home, een pareltje van slechts twee minuten waarin we ons gedwee laten meevoeren op de frase “He will free you, he will see you know, he will lead you hooooome”. Het springerige zit ‘m in de kickback van de staande drummer, die net als bij labelmaatje Nouveau Velo twee trommels ter beschikking heeft. Naive Set is een beetje sleazy, maar blijft wel altijd beschaafd. Zelfs in Dieter Ram’s Wife (“Dreh dich nicht um”), wat hier wel een goede vertolking krijgt met gitaarsolo. Typisch muziek om met de ogen dicht van te genieten, al was het maar om te verbloemen dat de podiumuitstraling en beleving nihil zijn. (IG)

Tamarin Desert mag met vloeistofdia’s en plaatwerk komen
“Deze heren stonden afgelopen seizoen op de Popronde en dan is de volgende stap: Noorderslag.” Correcte constatering van de presentator, die voor best een aantal bands inderdaad opgaat. Goede zaak. Ook psychrockers Tamarin Desert bewezen zich uitgebreid tijdens het rondreizende festival. Referenties: net wat ruiger dan Pauw en net wat psychedelischer dan garagebands als Iguana Death Cult. Maar er is alle reden om de Eindhovenaren op eigen merites te beoordelen met songs als Dreams en Fool’s Last Stand, die er ook in deze set bovenuit steken. Dreams is het tofste van het eerste deel, een song die de psychpoppende, wazige en Tame Impala-kant van de groep laat horen. Frontman Loek Hendrikx (wiens naam de Limburgse roots verraadt) heeft een goede, beetje lijzige stem en voegt op een tiensnarige Danelectro extra fuzz toe. Terwijl de leadgitarist voor de psychlijnen en het ‘wah’-pedalenwerk zorgt. We like. Wat vloeistofdiaprojecties erbij op de achterwand hadden niet misstaan en wat meer zelfverzekerdheid evenmin. Verder lekker setje hoor. Fool’s Last Stand blijft het sterkste wapen, mede doordat ze samen over die gejaagde gitaarlijn heen zingen: “You gotta understaaaaand,… this is the fool’s last stand”. Afsluitend gaan de gitaristen nog even het duel aan. Opgelet: de jongens willen in maart een EP als vervolg op die twee singles presenteren. (IG)

Canshaker Pi op Noorderslag, foto Rick de Visser

Canshaker Pi op Noorderslag, foto Rick de Visser

Branie Canshaker Pi nu al te groot voor bovenzaal
Lekkere, snotty garagerock van Canshaker Pi in een totaal geramde (3voor12) bovenzaal. De Amsterdammers gooien al snel onze favoriet Shaniqua erin en ze hebben meer pijlen op de boog. Toffe songs hoor. Zanger-gitarist Willem Smit (zoon van Scram C Baby’s John Cees Smit) en bassist Ruben van Weegberg zitten ook in Palio Superspeed Donkey, Tim Knol bracht hun laatste single uit op zijn Tender Records en in de clip van Shaniqua figureren tal van bekenden op bas. Well-connected dus. Typisch een band die bendes springende garagejochies trekt, maar waar de meisjes ook voor het podium staan te dansen. Terecht want ze hebben een partij sterke, catchy nummers als Move Over en Bruises op zak. Net een stuk rauwer, opwindender en dwarser dan Palio, meer nineties rock (Dinosaur meets Weezer) ook. Smit heeft een stem waarmee hij praatzingt (Nada Surfje), branievol schreeuwt, maar ook rauw en meeslepend kan zingen. Hij mist even de timing en een akkoordje, maar ze komen ermee weg. Die gastjes hebben er veel plezier in: dikke glimlachen en met geheven gitaren elkaar opzoeken. Het gaat bij Looking For Love On Ibiza weer kort mis, maar dan ook heel erg raak: de bassist gaat het publiek in en op, die gitarist/meester gekke-bekken-trekker Boris de Klerk ramt de gitaar zowat door het podium en de hele bovenzaal staat te springen. Verdomd lekkere song, met geinige Outkast-verwijzing (“My baby doesn’t mess around…”) en sterke set van a tot z. Deze jongens gaan dit jaar veel spelen, kan niet missen. (IG)

The Homesick op Noorderslag, foto Rick de Visser

The Homesick op Noorderslag, foto Rick de Visser

Noorderslag is voor The Homesick een afterparty
Een kwartier voor het optreden duiken we alvast de kelder in van de Oosterpoort. Op het programma staan de Dokkumer rebellen van The Homesick en het kon wel eens druk gaan worden. En inderdaad, in de laatste vijf minuten – terwijl er nog naarstig wordt gezocht naar de ‘aan’ knop van een microfoon op het mengpaneel – stroomt het donkere zaaltje vol. Het trio bracht hun laatste EP/cassette Twst Yr Wrsts uit in september 2014. Alweer een tijdje terug dus, maar zoals we van de wondercultkinderen Elias Elgersma en Jaap van der Velde gewend zijn, is het schrijven en uitvogelen van nieuw dream/punk/post/psych/pop/lofi-materiaal (geef het een naam, in godsnaam) een bijna continu proces. In de set van zeven – dus nieuwe tracks – worden we verrast door heerlijk freaky drumwerk in ‘Half Aryan’ en Van der Velde die in ‘Jeez’ de ‘aaaaaaaah’-loop maar weer eens aanzet en met volle overtuiging ‘Fall in love with Jesus’ uit de toppen van zijn tenen perst. Met ‘Eater of Meat’ (ze zijn dol op frikandellen) sluiten ze erg sterk af. Lekker up-tempo met noise, effecten en een freaky bewegende Elgersma. We zien het nieuwe materiaal graag binnenkort op een willekeurige geluidsdrager tegemoet! (MH)

Pauw op Noorderslag, foto Rick de Visser

Pauw op Noorderslag, foto Rick de Visser

Pauw op Noorderslag, foto Rick de Visser

Pauw, foto Rick de Visser

PAUW bewaart de magie voor het laatst
Pauw deed dat vele spelen sinds september 2014 al en hangt in een oeverloze soundcheck dus chillen we ‘m even op het pluche in de binnenzaal. Die is heel aardig volgelopen bij aanvang. “Vier Twentse jongens die van 60ies en 70ies psychedelische muziek houden en zich opsloten om samen muziek te gaan maken”, vat de presentator redelijk correct samen. We hebben de band zien groeien en groeien en dat is ook niet zo gek aangezien Rens Ottink, Brian Pots, Eszl Du Vois en Kees Braam zich echt heel veel slagen in de rondte gespeeld hebben. Zo groeiden ze van Popronde 2014 (38 shows!) via onder meer Noorderslag 2015, Where The Wild Things Are, Paaspop en Lowlands naar Noorderslag 2016. Gepromoveerd van de Marathon naar de (wel degelijk grotere) Kleine Zaal. Ook ligt er sinds oktober een uitstekend debuutalbum, waarmee repertoire en setlist uitgebreid zijn. Waar Shambhala aanvankelijk de spil van de show was, zijn er nu met onder meer Visions, Intents en Today Never Ends veel meer mogelijkheden. Het geluid lijkt wat overdreven hard, maar vanaf de centrale zaalvloer horen en zien we weer een hele goede show. Toch zitten we met het gevoel dat er nog wat moet gebeuren op het podium, iets wat een vonk doet overslaan. Net als we filosoferen over hoe de wat introverte frontman Brian Pots dat zou moeten doen, dient de magie zich aan, onverwacht en subtiel. Prachtig hoe de band David Bowies Space Oddity in Shambhala vervlecht. Hoe de gitaar van Pots ‘Can you hear me Major Tom’ zingt… Dat bedoelen we dus! (IG)

Indian Askin op Noorderslag, foto Rick de Visser

Indian Askin op Noorderslag, foto Rick de Visser

Indian Askin op Noorderslag, foto Rick de Visser

Indian Askin, foto Rick de Visser

Indian Askin heeft een bizar sexy goede sound
Ok, The Homesick in the pocket. Meteen vanuit de kelder als een gek op zoek naar de Marathonzaal, want achteraan tegen de muur aangedrukt staan om Indian Askin slechts te horen spelen is geen optie. Het oog wil ook wat! Na enig worstelen en wat venijnig elleboogwerk dan maar tegen de speaker aangedrukt staan. Zo dicht bovenop de speaker en de band staan, is zeker geen straf. Wat een lekkere sound hebben deze Amsterdammers. Je verwacht met een jongeman met een arsenaal aan synths en keys in de hoek van het podium een voornamelijk psychedelische rockachtige inslag. Maar dat blijkt na het eerste nummer ‘Candles’ – één van de nummers op de nieuwe EP – helemaal een andere kant op te gaan. Of eigenlijk gaat het heel veel gekke kanten op. We worden heen en weer geslingerd tussen alles dat tussen punk en grunge in zit, gecombineerd dus met veel synths en orgelsound. Tekstueel heeft de frontman de gave om een onderwerp als afkicken om te smeden tot bizarre teksten zoals in ‘Island’: “I wish I was a fish? / Covered in shit / A motherfucking fish / Who are you?” Het verhaal dat hij vertelt in het slotnummer van de set (3FM-hitje) ‘Answer’, wordt zelfs vergezeld door het laten zakken van zijn broek. Het gaat in deze track over het aanpraten van een meisje om hem te betasten: “Should I be worried, she said / The answer is no.” Het is knap hoe een groep zo’n eigen verrassend en sexy geluid weet te creëren in een muziekwereld waarin het zo moeilijk is je te onderscheiden. (MH)

Iguana Death Cult op Noorderslag, foto Rick de Visser

Jeroen Reek van Iguana Death Cult, foto Rick de Visser

Iguana Death Cult houdt de energie vast
Iguana Death Cult was een van de sensaties op de Popronde, waarmee de Rotterdammers (/Hagenezen/Willemstedelingen) onder meer een move naar boekingsbureau Rock ’n Roll Highschool verdienden. De vraag is: Kan Iguana alle buzz hier in de catacomben van de Oosterpoort verzilveren? De kelder staat er vast goed vol voor. De aanpak is inmiddels vertrouwd: het viertal vliegt er redelijk vol in met garagesurf, die gaandeweg de set steeds dwingender wordt en aan het eind staan band en publiek tot op de bar te springen. Die bar moeten we er even bij denken, maar vanaf die kenmerkende surfriffende intro van Sirens is het raak hoor en tegen de tijd dat de song het “Aiaiaiaiai” stuk bereikt is stilstaan al geen optie meer. Nu een wat psychedelischer intro en dan “Woooohh” als een ‘Barracuda’ die kelder door op die surfgolven van gitarist Tobias Opschoor. Bij Seven Tongues slingert Jasper W. uit Roffadam definitief de pit aan en binnen een mum van tijd duiken Douwe Doorduin van die andere Cult (The Black), Geertruida-label uithangbord Marijn en fotomeneer Bart Heemskerk ook de pit in. Frontman Jeroen “Hou die energie vast jongens” Reek heeft een reputatie hoog te houden en vliegt er ook in voor een explosief slot. Jaaaaaa goed feestje dit. Ook hier bevestigt Noorderslag de live-potentie en zo weten we zeker dat de Geertruida boys dit jaar veel gaan spelen, op basis van die buzz, en vooral deze show en de songs die ze bezitten. Rock ’n roll Highschool moet hier wel mee gaan knallen. (IG)

Birth Of Joy op Noorderslag, foto Rick de Visser

Birth Of Joy, foto Rick de Visser

Birth of Joy explodeert na een valse start
Aan het aantal belangstellenden te zien zou Birth of Joy net zo makkelijk de Grote Zaal kunnen vullen. Deze mannen hebben in de loop van de jaren een zeer goede live-reputatie opgebouwd en we verwachten eigenlijk ook nu weer vlammen en vuurwerk. Het blijkt alleen wat lastig om de lont van het vuurwerk aan te steken. De aansteker die hapert is in handen van de geluidsman. Bij de vertolking van de nieuwe single ‘You Got Me Howling’ van het aankomende album Get Well (26 februari) staat de zang van Kevin Stunnenberg niet goed afgesteld in de mix. Hij klinkt iel en moet alle zeilen bijzetten om overtuigend over te komen. Gelukkig weet de geluidsman even later in de set toch de goede afstelling te vinden en begint de lont flink te fikken. Birth of Joy verzwaart psychedelische funderingen met blues-, stoner- en rockinvloeden, en dat doen ze goed. Langzaamaan zie je de zaal vervuld raken met energie, die door de mannen het publiek in wordt gejaagd. Of het nou uit de gitaar van Stunnenberg komt, het orgel van Gertjan Gutman of uit de drumstokken van Bob Hogenelst: het staat rotsvast en rockt als een malle. Het publiek ontploft uiteindelijk in een kolkende menigte van pompende armen met gebalde vuisten tijdens de heerlijk rockende intermezzo’s. Het is jammer van de valse start, maar uiteindelijk trekt Birth of Joy aan het langste eind. (MH)

Blue Crime op Noorderslag, foto Rick de Visser

Blue Crime op Noorderslag, foto Rick de Visser

Blue Crime op Noorderslag, foto Rick de Visser

Blue Crime op Noorderslag, foto Rick de Visser

Blue Crime gaat van dromerig en dansbaar naar beklemmend
Het is ons gelukt om Blue Crime (of Blü Krime) tijdens het Popronde-avontuur telkens te missen. Niet omdat we dachten dat ze MoonPOP maken (de band rockt, psycht, fuzzt en tript wel degelijk hard), maar omdat het telkens dubbelde. Zo is het even na middernacht hoog tijd voor de eerste live-introductie. We zien drie langharige vrouwen en een langharige drummer uit Amsterdam die dromerig rocken als Warpaint (de samenzang en indierock), maar dan harder en minstens zo veelzijdig. Geheel in smetteloos wit gestoken en voor de bezoekers omlijst met fel tegenlicht. Aparte keuze qua lichtplan, maar de belangstelling lijdt er niet onder. Logisch: Blue Crime is bewapend met een sterk arsenaal aan songs, zoals het noisy shoegazende TYR (titeltrack van de sterke debuut-EP) of het erg spannende en mooi gezongen Machinery en het meer dromerige SOS, die beiden met een simpel repetitief gitaarloopje toch de beklemmende kant van Angel Olsen of She Keeps Bees oproepen. Tegelijkertijd houdt het viertal het dansbaar, boeiend totaalgeluid wel. Maar dat is kut: het drumpedaal gaat kapot. Dus breekt de frontvrouw de tijd met de anekdote hoe ze elkaar een jaar geleden ontmoet hebben en hoe de drummer zich in de band heeft geluld. Meer vaart nu, hard en psychedelisch ook en overgaand in noise. Er ontstaat een pitje met leden van Amber Arcades, terwijl Daan van zZz, My Baby, Lucky Fonz en Janne Schra ook zien dat het goed is en Motel Mozaïque op zoek gaat naar de boeker. Nieuwe tracks als Glass en Fenrir overtuigen ook en die samenzang is goed raak. Hoge verwachtingen dus voor de voor deze lente aangekondigde full-length en Europese release-tour, die in de zomer naar Amerika en Canada verhuist. (IG)

Must see St. Tropez volgt het hart
De kelder van de Oosterpoort in en het publiek helemaal kapot spelen. Dat is wat ze uiteindelijk graag willen, de mannen van St. Tropez, die onlangs Go Back To The Zoo officieel afsloten en weer van voren af aan zijn begonnen. Nou ja, ook niet helemaal natuurlijk want in de loop der jaren is er een behoorlijke basis gelegd qua routine, zaken doen en met elkaar op pad gaan. Wat dat betreft hebben ze een paar puntjes voor op elke net beginnende garage/punkrock-band. De vibe trilt door de Oosterpoort dat deze jongens een must see zijn, want binnen een mum van tijd is het hok vol. De heren gaan gretig en vol energie los. In een half uur tijd rammen ze de hyperenergieke punk/garagenummers door de strot. Letterlijk en figuurlijk bijna, want als bassist Lars Kroon het in zijn hoofd krijgt dwars door het publiek te rennen of al crowdsurfend voorbij vliegt, is een klap voor je kop door een hals van een basgitaar niet ondenkbaar. De keuze om deze man naar voren te schuiven als frontman is misschien wel de meest briljante zet van het hele verhaal. Al dansend op de toppen van zijn tenen of gewoon bovenop het drumstel is hij de aanjager van het hele stel. Met slechts een EP en een paar nummers online en op basis van een succesvolle Popronde staat St. Tropez dus al op Noorderslag. Of zouden enige connecties vanuit de Go Back-periode nog een rol hebben gespeeld? Het boeit eigenlijk niet. Wat ze nu doen met St. Tropez is hun hart volgen en dat straalt aan alle kanten uit hun lijf en versterkers. (MH)

Terzij De Horde op Noorderslag, foto Rick de Visser

Terzij De Horde op Noorderslag, foto Rick de Visser

Terzij De Horde op Noorderslag, foto Rick de Visser

Terzij De Horde op Noorderslag, foto Rick de Visser

Terzij De Horde vult kelder met dieprode black metal
Je kunt op Noorderslag veel verwachten, maar dat geldt doorgaans niet voor metal en de zwaarste gitaargenres. Dit jaar trekt de organisatie echter de zware troefkaart met Terzij De Horde. Een loodzware want de Utrechters specialiseren in (progressive) black metal, met lappen doom en screamo hc zang. De boeking is goed getimed, aangezien Terzij De Horde internationaal steeds meer naam maakt, op de jongste Le Guess Who? een eigen avond mocht inrichten en daar debuutalbum Self presenteerde. De groep is ook al vastgelegd voor Roadburn. Hier heeft het duistere kwintet de kelder aardig gevud. Terzij De Horde komt wel erg dichtbij, letterlijk (de zanger/bruller) en figuurlijk en spaart geen eventuele tere zieltjes. In de tweede track ligt de frontman opeens op de grond voor het podium. Ja die beleeft zijn muziek zeer intens. Inktzwarte sfeer zou je zeggen, ware het niet dat de hele show in dieprood licht baadt. Muzikaal is het gelaagd met proggy lijnen op de achtergrond, op de voorgrond redelijk machinaal werk met twee gitaristen die maniakaal snel aan de snaren trekken. Na 10 minuten laat TDH even wat meer ‘lucht’ binnen met hardcore passages. Die verluchtiging is snel afgelopen met de take-no-prisoners-mentaliteit van de volgende, die zo alle lucht uit de kelder blaast. Ziek hard, Terzij De Horde is verreweg het hardste dat we hier (op Noorderslag althans) ooit zagen spelen. Die grondtoon tussendoor is alleen al harder dan het grootste deel van de line-up hier. Ondertussen probeert de stagemanager tevergeefs de aandacht te trekken om een 5 minuten teken te geven. Precies genoeg tijd voor nog een harde pit, waar vocalist Joost gretig aan meedoet. Applaus voor deze boeking, dat de band de zaal halfvol hield is veelzeggend. Liefhebbers weten dat ze 14 februari in Patronaat, Haarlem moeten zijn voor een show met Dragged Into Sunlight en Gnaw Their Tongues, of een dag eerder in het Bos, Antwerpen. (IG)

Death Alley, foto Sandra Grootenboer

Death Alley (archieffoto), foto Sandra Grootenboer

Death Alleys sexy mofo Black Magick Boogieland in Groningen
Terwijl zo’n beetje de hele Oosterpoort druipt van het bier en het steeds lastiger wordt beschonken bezoekers te ontwijken, bereiden we ons voor op het slotakkoord. Daarvoor zijn we zowaar weer op de kelder aangewezen, waar we al zes goede shows op rij zagen. Eens kijken of Death Alley over het voorgaande heen kan en misschien legendarische kelderorgies als die van John Coffey kan benaderen. De geest is ook in de zaal al lang uit de fles en de eerste tonen van de Amsterdammers steken de boel direct in de fik. Setopener Over Under zet de toon: bier in de hand en vooral vuist-in-de-lucht knetterharde punked out hardrock. Met een zware seventies feel: Blue Cheer meets Sabbath meets Motörhead spul. Het is Black Magick Boogieland in de Noorderslag basement, een uitgelaten, zweterig, hitsig en hard rockend feest. Met ook Blue Crime in de pit en frontman Douwe Truijens op koebel en tamboerijn rammend en crowdsurfend. Hij wint sowieso de prijs voor meest uitbundige, sexy frontman van de dag. Kolere wat ript Oeds Beydals (ex-The Devil’s Blood) die gitaar hard, wat groovet de ritmetandem onverbiddelijk en wat suist die bas van Dennis Duijnhouwer heftig en psychedelisch met dat pedaalwerk. Dichterbij Motörhead komen we niet. Maar als je zo’n band maar een half uur geeft, kun je niet verwachten dat ze een Hawkwind-cover (Motörhead) van 8 minuten spelen. Gemiste kans. Maar (net als op het album) afsluiten met Supernatural Predator is ook bepaald geen straf.

Dj Santina Runaway

Wat een verschroeiende set. En dan is een half uur zo voorbij en – net als bij Terzij De Horde – wat aan de korte kant. Dj Santina Runaway (zie hierboven) over 30 minuten Death Alley: “Het voelt alsof je net hele intense seks hebt gehad met iemand, die daarna de deur uitloopt en je verwilderd achterlaat.”

Au. Verwilderd was de aftermath zeker. Maar, de tering wat een kroon op vier dolle dwaze dagen Groningen was die show! En wat een veelbelovend startschot van het muziekjaar was dit festival. 2016 bring it on! (IG)

Helaas: we waren niet bij My Baby, Mandrake’s Monster en Bökkers (de eerste twee zagen we al op Eurosonic, My Baby op woensdag en Mandrake’s Monster op vrijdag), maar fotograaf Rick de Visser wel bij Bökkers en My Baby. Je vindt al zijn foto’s in de galerij onderaan.

Lees ook:
‘Het beste’ van ESNS: met Death Alley, TBHR, Indian Askin, It It Anita, John Coffey, My Baby…
Eurosonic-woensdag: beklemmende Belgen en uptempo Nederlanders vechten om de dagwinst
Eurosonic-donderdag: toch weer die Belgen! Denen, Britten en Kroaten ook op stoom
Eurosonic-vrijdag: circlepittende Nederlanders, psychende Britten, harde IJslanders en nog leipere Belgen

Deze diashow vereist JavaScript.



Deel dit artikel